~jelle/blog

254016e44c376f972ecdbb3c9d849a73a671304d — Jelle Hermsen 11 months ago 57b338e
Add new blog post "Mijn jaar van kwetsbaarheid"
1 files changed, 122 insertions(+), 0 deletions(-)

A posts/2022-12-18-mijn_jaar_van_kwetsbaarheid.md
A posts/2022-12-18-mijn_jaar_van_kwetsbaarheid.md => posts/2022-12-18-mijn_jaar_van_kwetsbaarheid.md +122 -0
@@ 0,0 1,122 @@
<!--
title: Mijn jaar van kwetsbaarheid
categories: nederlands, faith
-->
Kwetsbaarheid. Een jaar geleden had ik niet zoveel op met deze term. Althans,
niet als het om mijzelf ging. Bij anderen vond ik het nooit een probleem en kon
ik een kwetsbare houding juist enorm bewonderen. Maar zelf probeerde ik het
altijd op afstand te houden. Dit jaar ben ik er echter achtergekomen dat het
accepteren van mijn kwetsbaarheid eigenlijk een zegen is. Nu ik me hiervoor
durf open te stellen laat het me niet meer los en biedt het een onverwachte
verlichting.
<!--more-->

Kwetsbaarheid is iets dat ik als kind heb moeten afleren. Als je opgroeit als
jongetje dan kan kwetsbaarheid betekenen dat je moeilijker vriendjes maakt,
gepest wordt of zelf na school in elkaar geslagen. Daarom moet je vooral
voldoende stoer en weerbaar overkomen. Anders ben je een gemakkelijke prooi,
een doelwit zelfs, een potentieel slachtoffer. Dit overkwam mij dan ook toen ik
op de basisschool zat, maar in plaats van veel steun te krijgen leerde ik dat
ik hier zelf verantwoordelijk voor was. Het waren de jaren 90 en toen zochten
we de oorzaak van pestgedrag  nog vaak bij het gepeste kind en niet bij de
daders. Grote mensen legden mij uit dat de pestkoppen slechts een symptoom
waren van mijn persoonlijke problemen die ik zelf moest oplossen. Ik moest me
minder kwetsbaar opstellen. Ik moest leren sterker te worden, steviger in mijn
schoenen te staan en zonder schaamte maar juist met trots mezelf te zijn. En om
hier te komen moest ik leren om niet kwetsbaar te zijn en vooral niet kwetsbaar
te lijken.

Ongemerkt had ik het vermijden van mijn kwetsbaarheid me zo eigen gemaakt dat
ik even fronsend opkeek toen ik deze zomer een paar proefnummers van het
Franciscaans maandblad Alle Goeds ontving. Bovenaan de cover staan altijd vier
centrale Franciscaanse termen. Drie daarvan had ik al vrij aardig een plekje in
mijn leven gegeven: eenvoudig, betrokken en vredelievend. Maar de vierde term
was dat complexe woord “kwetsbaar”. Dit woord waar ik zo mild naar kon kijken
als het anderen betrof, maar mijzelf zo hard om kon straffen. Toch heeft dit me
niet losgelaten en sinds ik er weet van heb kom ik het overal tegen en herken
ik het in veel dagelijkse situaties.

Zonder het ooit zo expliciet te maken ben ik dit hele jaar bezig geweest met
mijn eigen kwetsbaarheid. Ik praat voor het eerst wekelijks met een psycholoog,
ik heb mensen online om hulp gevraagd over een programmeertaal die ik nog niet
goed ken en ik durf het nu beter te zeggen als ik me ergens onzeker over voel
of bang ben dat ik iets misschien niet goed doe. Sluipenderwijs heb ik ik juist
datgene toegelaten waar ik me sinds mijn jeugd zo tegen had verzet.

Mijn stapjes op de weg van kwetsbaarheid blijken nu ik terugkijk talrijk. Ik
ben met mijn Fransiscaanse verdieping op een spirituele ontdekkingsreis gegaan.
Ik geef mijn zielenroerselen bloot aan een psycholoog. Ik durf twijfels te
benoemen tegenover mijn geliefden, maar ook tegen mijn klanten. Ik heb mezelf
het hele jaar door kwetsbaar gemaakt en dit bleek precies te zijn wat ik nodig
had. Terwijl ik dit deed rekende een deel van mij er op dat achter de bosjes
weer die pestkoppen tevoorschijn zouden komen om mij te vernederen en pijn te
doen. Ik had gevoelsmatig echter nog niet door dat deze pestkoppen helemaal
niet meer bestonden. Ze hadden hun werk vakkundig uitbesteed. De onderaannemer
in kwestie was ik zelf geworden. Nu ik de kwetsbaarheid echter durfde toe te
laten bleek het gehele personeelsbestand van deze onderdrukkende
bedrijfsvoering te willen staken en begon ik eindelijk de zoetheid te proeven
die kwetsbaarheid kan betekenen.

Het blijkt namelijk dat hulp vaak geboden wordt aan wie kwetsbaar durft te
zijn. Franciscus en de minderbroeders durfden kwetsbaar te zijn door geen bezit
te hebben en ontvingen hulp in de vorm van eten en slaapplekken. De Bijbel zelf
staat bol van verhalen over kwetsbaarheid en Jezus zelf gaf zich hier totaal
aan over. Ik had onbewust altijd het idee dat als je hulp durft te ontvangen
vanwege je kwetsbaarheid dat je daarmee als het ware energie onttrekt aan
anderen. Alsof er een grote markt van goede daden is waar jij als profiteur
vandaan wandelt. Ook dit vreemde denkbeeld betrok ik puur op mezelf. Voor
anderen was ik nooit zo streng en ik gunde hen alle hulp die ze konden krijgen.
Waarom kon ik niet even mild zijn voor mezelf?

Wat echter blijkt is dat kwetsbaarheid en het daardoor ontvangen van liefde,
begrip en hulp helemaal geen “zero sum game” is. Het is niet zo dat er maar een
beperkte hoeveelheid van deze knikkers te verdelen is. Er blijkt een oneindige
bron van warmte en liefde en ik begin het gevoel te krijgen dat God deze zelf
aanvult, of hoe je het ook maar wil uitdrukken.

Deze oneindige bron van “liefdesknikkers” heb ik zelf heel sterk ervaren toen
mijn dochters nog baby’s waren. Zij waren niet in staat om in economische zin
veel te geven. Toen ze pasgeboren waren konden ze zelfs nog niet eens lachen,
maar toch vervulde niets mij met een groter genoegen, een grotere zoetheid dan
om voor hen te zorgen. Hen te badderen, hun luiers te verschonen, kleertjes te
wassen, warme kruikjes te maken. Dit waren allemaal dingen die ik puur voor hen
deed. Ik verwachte hier geen enkele betaling voor terug, ook geen slinkse
uitgestelde betaling in de vorm van oudemensenbezoek als ik zelf bejaard en
hulpbehoevend ben. Ik deed dit puur uit een bron van immense liefde en alhoewel
ik het bij hen altijd zo helder zag blijkt deze liefde en warmte veel breder
aanwezig dan alleen in de oerverhouding tussen ouder en kind.

Wij zijn als menselijke diersoort boven alles sociale wezens en op sociaal vlak
heeft goed doen zijn eigen betaling. Hiervoor is niet altijd een transactie
nodig van hulpbehoevende naar hulpbieder. Is dit misschien een van de plekken
waar God duidelijk aanwezig is? Bij het helpen en het liefhebben zonder
tegenbetaling te verwachten en zonder die zelfs maar te willen ontvang je de
tegenbetaling in Gods zegen. Ik begrijp dat dit voor velen een te vroom en
Christelijk concept is, maar om het in meer alledaagse termen uit te drukken
denk ik dat het goed en lief zijn tegen anderen zijn eigen beloning in zich
draagt. Nu ik hier van overtuigd begin te raken durf ik er langzamerhand op te
vertrouwen dat mijn kwetsbare houding niet gelijk betekent dat ik mijn omgeving
ook tot last ben. 

Andere mensen helpen graag, zijn met plezier begripvol, houden het liefst
rekening met elkaar. Mensen prefereren dit boven kille zakelijke sociale
transacties waarbij je aan het eind een rekensommetje kunt maken met kosten en
baten. Een rekensommetje waarbij ik altijd meende de sterke, onafhankelijke
partij te moeten zijn en dus niemand iets verschuldigd mocht blijven. Het leven
is echter geen rekensommetje en ons maatschappelijke neoliberale en
kapitalistische contract houdt – God zij dank - op bij onze barmhartigheid en
ik durf hier steeds meer op te vertrouwen. Zo fijn als ik het zelf vind om
warmte, liefde en hulp te geven, zo prettig vinden ook anderen dat. Je
kwetsbaar durven opstellen maakt je niet minder sterk, of zelfs niet minder
onafhankelijk. Het is juist een grote kracht die je samen kunt delen.

In de geschriften over Franciscus is de term zoetheid eentje die vaak terugkomt
en het beschrijft heel treffend hoe ik me voel over het milder staan tegenover
mijzelf. Ik durf vriendelijker te kijken naar mijn eigen beperkingen. Langzaam
laat ik mijn oude strenge denkbeelden los. Ik hoef niet meer zo nodig sterk,
onafhankelijk en trots te zijn. Soms wankel ik, en misschien val ik af en toe
om, maar mijn kwetsbaarheid maakt me milder, het maakt me zacht voor mijzelf en
anderen delen hun zachtheid met mij. Als ik val dan doet het daarom minder
pijn.

Vrede en alle goeds