@@ 0,0 1,122 @@
+<!--
+title: Mijn jaar van kwetsbaarheid
+categories: nederlands, faith
+-->
+Kwetsbaarheid. Een jaar geleden had ik niet zoveel op met deze term. Althans,
+niet als het om mijzelf ging. Bij anderen vond ik het nooit een probleem en kon
+ik een kwetsbare houding juist enorm bewonderen. Maar zelf probeerde ik het
+altijd op afstand te houden. Dit jaar ben ik er echter achtergekomen dat het
+accepteren van mijn kwetsbaarheid eigenlijk een zegen is. Nu ik me hiervoor
+durf open te stellen laat het me niet meer los en biedt het een onverwachte
+verlichting.
+<!--more-->
+
+Kwetsbaarheid is iets dat ik als kind heb moeten afleren. Als je opgroeit als
+jongetje dan kan kwetsbaarheid betekenen dat je moeilijker vriendjes maakt,
+gepest wordt of zelf na school in elkaar geslagen. Daarom moet je vooral
+voldoende stoer en weerbaar overkomen. Anders ben je een gemakkelijke prooi,
+een doelwit zelfs, een potentieel slachtoffer. Dit overkwam mij dan ook toen ik
+op de basisschool zat, maar in plaats van veel steun te krijgen leerde ik dat
+ik hier zelf verantwoordelijk voor was. Het waren de jaren 90 en toen zochten
+we de oorzaak van pestgedrag nog vaak bij het gepeste kind en niet bij de
+daders. Grote mensen legden mij uit dat de pestkoppen slechts een symptoom
+waren van mijn persoonlijke problemen die ik zelf moest oplossen. Ik moest me
+minder kwetsbaar opstellen. Ik moest leren sterker te worden, steviger in mijn
+schoenen te staan en zonder schaamte maar juist met trots mezelf te zijn. En om
+hier te komen moest ik leren om niet kwetsbaar te zijn en vooral niet kwetsbaar
+te lijken.
+
+Ongemerkt had ik het vermijden van mijn kwetsbaarheid me zo eigen gemaakt dat
+ik even fronsend opkeek toen ik deze zomer een paar proefnummers van het
+Franciscaans maandblad Alle Goeds ontving. Bovenaan de cover staan altijd vier
+centrale Franciscaanse termen. Drie daarvan had ik al vrij aardig een plekje in
+mijn leven gegeven: eenvoudig, betrokken en vredelievend. Maar de vierde term
+was dat complexe woord “kwetsbaar”. Dit woord waar ik zo mild naar kon kijken
+als het anderen betrof, maar mijzelf zo hard om kon straffen. Toch heeft dit me
+niet losgelaten en sinds ik er weet van heb kom ik het overal tegen en herken
+ik het in veel dagelijkse situaties.
+
+Zonder het ooit zo expliciet te maken ben ik dit hele jaar bezig geweest met
+mijn eigen kwetsbaarheid. Ik praat voor het eerst wekelijks met een psycholoog,
+ik heb mensen online om hulp gevraagd over een programmeertaal die ik nog niet
+goed ken en ik durf het nu beter te zeggen als ik me ergens onzeker over voel
+of bang ben dat ik iets misschien niet goed doe. Sluipenderwijs heb ik ik juist
+datgene toegelaten waar ik me sinds mijn jeugd zo tegen had verzet.
+
+Mijn stapjes op de weg van kwetsbaarheid blijken nu ik terugkijk talrijk. Ik
+ben met mijn Fransiscaanse verdieping op een spirituele ontdekkingsreis gegaan.
+Ik geef mijn zielenroerselen bloot aan een psycholoog. Ik durf twijfels te
+benoemen tegenover mijn geliefden, maar ook tegen mijn klanten. Ik heb mezelf
+het hele jaar door kwetsbaar gemaakt en dit bleek precies te zijn wat ik nodig
+had. Terwijl ik dit deed rekende een deel van mij er op dat achter de bosjes
+weer die pestkoppen tevoorschijn zouden komen om mij te vernederen en pijn te
+doen. Ik had gevoelsmatig echter nog niet door dat deze pestkoppen helemaal
+niet meer bestonden. Ze hadden hun werk vakkundig uitbesteed. De onderaannemer
+in kwestie was ik zelf geworden. Nu ik de kwetsbaarheid echter durfde toe te
+laten bleek het gehele personeelsbestand van deze onderdrukkende
+bedrijfsvoering te willen staken en begon ik eindelijk de zoetheid te proeven
+die kwetsbaarheid kan betekenen.
+
+Het blijkt namelijk dat hulp vaak geboden wordt aan wie kwetsbaar durft te
+zijn. Franciscus en de minderbroeders durfden kwetsbaar te zijn door geen bezit
+te hebben en ontvingen hulp in de vorm van eten en slaapplekken. De Bijbel zelf
+staat bol van verhalen over kwetsbaarheid en Jezus zelf gaf zich hier totaal
+aan over. Ik had onbewust altijd het idee dat als je hulp durft te ontvangen
+vanwege je kwetsbaarheid dat je daarmee als het ware energie onttrekt aan
+anderen. Alsof er een grote markt van goede daden is waar jij als profiteur
+vandaan wandelt. Ook dit vreemde denkbeeld betrok ik puur op mezelf. Voor
+anderen was ik nooit zo streng en ik gunde hen alle hulp die ze konden krijgen.
+Waarom kon ik niet even mild zijn voor mezelf?
+
+Wat echter blijkt is dat kwetsbaarheid en het daardoor ontvangen van liefde,
+begrip en hulp helemaal geen “zero sum game” is. Het is niet zo dat er maar een
+beperkte hoeveelheid van deze knikkers te verdelen is. Er blijkt een oneindige
+bron van warmte en liefde en ik begin het gevoel te krijgen dat God deze zelf
+aanvult, of hoe je het ook maar wil uitdrukken.
+
+Deze oneindige bron van “liefdesknikkers” heb ik zelf heel sterk ervaren toen
+mijn dochters nog baby’s waren. Zij waren niet in staat om in economische zin
+veel te geven. Toen ze pasgeboren waren konden ze zelfs nog niet eens lachen,
+maar toch vervulde niets mij met een groter genoegen, een grotere zoetheid dan
+om voor hen te zorgen. Hen te badderen, hun luiers te verschonen, kleertjes te
+wassen, warme kruikjes te maken. Dit waren allemaal dingen die ik puur voor hen
+deed. Ik verwachte hier geen enkele betaling voor terug, ook geen slinkse
+uitgestelde betaling in de vorm van oudemensenbezoek als ik zelf bejaard en
+hulpbehoevend ben. Ik deed dit puur uit een bron van immense liefde en alhoewel
+ik het bij hen altijd zo helder zag blijkt deze liefde en warmte veel breder
+aanwezig dan alleen in de oerverhouding tussen ouder en kind.
+
+Wij zijn als menselijke diersoort boven alles sociale wezens en op sociaal vlak
+heeft goed doen zijn eigen betaling. Hiervoor is niet altijd een transactie
+nodig van hulpbehoevende naar hulpbieder. Is dit misschien een van de plekken
+waar God duidelijk aanwezig is? Bij het helpen en het liefhebben zonder
+tegenbetaling te verwachten en zonder die zelfs maar te willen ontvang je de
+tegenbetaling in Gods zegen. Ik begrijp dat dit voor velen een te vroom en
+Christelijk concept is, maar om het in meer alledaagse termen uit te drukken
+denk ik dat het goed en lief zijn tegen anderen zijn eigen beloning in zich
+draagt. Nu ik hier van overtuigd begin te raken durf ik er langzamerhand op te
+vertrouwen dat mijn kwetsbare houding niet gelijk betekent dat ik mijn omgeving
+ook tot last ben.
+
+Andere mensen helpen graag, zijn met plezier begripvol, houden het liefst
+rekening met elkaar. Mensen prefereren dit boven kille zakelijke sociale
+transacties waarbij je aan het eind een rekensommetje kunt maken met kosten en
+baten. Een rekensommetje waarbij ik altijd meende de sterke, onafhankelijke
+partij te moeten zijn en dus niemand iets verschuldigd mocht blijven. Het leven
+is echter geen rekensommetje en ons maatschappelijke neoliberale en
+kapitalistische contract houdt – God zij dank - op bij onze barmhartigheid en
+ik durf hier steeds meer op te vertrouwen. Zo fijn als ik het zelf vind om
+warmte, liefde en hulp te geven, zo prettig vinden ook anderen dat. Je
+kwetsbaar durven opstellen maakt je niet minder sterk, of zelfs niet minder
+onafhankelijk. Het is juist een grote kracht die je samen kunt delen.
+
+In de geschriften over Franciscus is de term zoetheid eentje die vaak terugkomt
+en het beschrijft heel treffend hoe ik me voel over het milder staan tegenover
+mijzelf. Ik durf vriendelijker te kijken naar mijn eigen beperkingen. Langzaam
+laat ik mijn oude strenge denkbeelden los. Ik hoef niet meer zo nodig sterk,
+onafhankelijk en trots te zijn. Soms wankel ik, en misschien val ik af en toe
+om, maar mijn kwetsbaarheid maakt me milder, het maakt me zacht voor mijzelf en
+anderen delen hun zachtheid met mij. Als ik val dan doet het daarom minder
+pijn.
+
+Vrede en alle goeds